Lang gelden kwamen ‘s avonds laat drie jonge studenten aan in Myra van een lange reis. Ze hadden honger van de lange reis, waren erg moe en eigenlijk nog maar kinderen. De studenten waren naar Myra gekomen en hopen hier een bestaan op te bouwen. Zij hadden gehoord van Sint Nicolaas en hoe edelmoedig hij was en hoe hij iedereen hielp.
De studenten wilden hem echter niet storen zo laat nog met hun problemen. Zij hadden geen geld op zak dus besloten zij om op zoek te gaan naar iemand waar zij konden overnachten zodat zij de volgende dag naar de Sint konden gaan. Ze liepen door de hele stad op zoek naar mensen die op dit late uur nog wakker zouden zijn. Uiteindelijk vonden zij een slager die nog aan het werk was. “Slager, wij zijn arme studenten en kunnen geen slaapplaats betalen” zeiden de studenten, “Zouden wij voor deze nacht bij u op de grond kunnen slapen?”. De slager was een grote en norse man, “Jullie denken toch niet dat ik jullie zomaar hier gratis en voor niks op de grond laat slapen” en gooide zo de deur in hun gezicht dicht.
Zielig en koud stonden de drie studenten nu voor het huis van de slager. Het was midden in de winter en de koude wind blies dwars door hun dunne kleding heen. Ze wilden net verder gaan toen ineens de vrouw van de slager de deur opende. Zij had gezien dat de studenten een grote zak bij zich droegen en dacht dat deze wel vol zou zitten met hun studieboeken. De boeken konden best wel eens waardevol zijn zei zij tegen haar man en waarschijnlijk dat zij in de zak ook nog wel schatten in hadden verstopt. Zij liet de studenten binnen en zei, “sorry voor hoe mijn man reageerde maar wij hebben het ook moeilijk. Natuurlijk kunnen jullie hier op de grond blijven slapen”
De slager en zijn vrouw hadden het inderdaad erg moeilijk. De zaken gingen erg slecht en het laatste varkensvlees stond in de kuip en zij zouden geen geld meer hebben om hun voorraad aan te vullen. De slager en zijn vrouw waren erg slechte mensen. Zij zouden de zak van de studenten stelen en wat erin zat verkopen en zo weer een ander varken kopen.
De slager vond het een schitterend idee en verontschuldigde zich bij de studenten en maakte zelfs een heerlijke maaltijd voor hen. Na de maaltijd gingen de studenten slapen en dankten de slager en zijn vrouw.
Weldra vielen zij in slaap. Zodra de studenten sliepen namen de slager en zijn vrouw de zak mee naar een andere kamer en opende hem hier. Jammer genoeg zat er geen schat in de zak en de boeken die erin zaten waren zo oud dat ze er nooit geld voor zouden kunnen krijgen. De slager en zijn vrouw begonnen hierop te ruziën. “Jij stom mens, je ziet toch wel dat deze studenten helemaal niks hebben, kijk alleen al maar naar hun kleding.”zei de slager. “Nu zijn we ook nog kostbaar voedsel aan hun kwijt.” brieste de slager uit. De slagers vrouw was helemaal kwaad omdat haar plannetje niet had gewerkt, maar zij was zo gemeen dat zij al meteen een nieuw plan bedacht.
“De studenten zijn zo vet en mals als biggen. Niemand zou het doorhebben als je hun vlees in pasteitjes van maakt” zei de slagers vrouw. De slager was al net zo slecht als zijn vrouw en pakte meteen zij bijl. “Ik ga ze doden en pasteitjes van maken” zei hij. “Vannacht nog gaan we pasteitjes maken en ze morgen verkopen op de markt. Ze zijn dik genoeg voor meer dan tweehonderd pasteitjes, en met het geld wat we daarmee verdienen kunnen we dan weer een varken kopen”.
De slager ging weer naar de kamer waar de studenten lagen en doodde de ene na de andere. Hij en zijn vouw maakten toen pasteitjes de hele nacht tot het ochtend werd. De pasteitjes werden in de kuip gelegd en bovenop werden de pasteitjes gelegd die gemaakt waren van het laatste varkensvlees wat de slager nog bezat.
Toen de kuip vol en afgesloten was laadde ze deze op de kar en vertrokken naar de markt.
Ze hadden al snel een plekje gevonden en begonnen vrolijk de pasteitjes uit te stallen. Niks aan hun kon verraden wat zij voor vreselijks zij gedaan hadden. De slager riep “Komt dat zien en proeven. Wie wil de heerlijkste pasteitjes kopen van mij? Heerlijker dan welke pasteitjes er ook maar hier op de markt te vinden zijn. En nog goedkoop ook”. Al snel begonnen de pasteitjes te verkopen en iedereen wilde de heerlijk gekruide en geurende pasteitjes hebben.
Net toen zij aan de laatste pasteitjes toe waren om te verkopen, stond plotseling Sint Nicolaas voor hun kraam. Hij vroeg aan de slager of hij er ook eentje mocht kopen. Hierop gaf de slager hem één van de pasteitjes. “De pasteitjes zijn toch wel van echt varkensvlees” zie Sint Nicolaas streng. Hierop werd de slagers vrouw boos. “Bemoei je met je eigen zaken.”zei ze. De slager stond echter te rillen van angst. De Sint keek hem diep in de ogen en de slager viel jammerend op zijn knieën.”Het was mijn vrouw die mij ertoe aanzette, het was haar idee om de studenten te vermoorden.” riep de slager uit. De vrouw barstte hierop ook in huilen uit en bekende alles.
De Sint sprak een kort gebed uit over de pasteitjes die nog over waren. Hij had het gebed amper uitgesproken of de studenten stonden al weer gezond en wel voor hen.
Zij beloofde de Sint dat zij hun hele leven in het teken van de Sint zouden leven en mensen zouden helpen waar zij maar konden.
De Sint beval hij de slager en zijn vrouw boete te doen voor hun zonde. Hij zou ze vergeven als ze voortaan alleen nog maar goed zouden doen en nooit meer aan winst zouden denken. De slager en zijn vrouw levenden hierna als goede mensen en gaven nooit meer toe aan hebzucht. Het wonder van de Sint en de drie studenten werd door de hele stad verspreid en sindsdien is de Sint de beschermheilige van kinderen
EINDE